Voor 1925 bestond er geen instantie die de keuring van postduiven op tentoonstellingen regelde. Wel bestond er in die tijd een organisatie van keurmeesters, de Raad van Beheer, die de gehele pluimveeliefhebberij voor de te houden tentoonstellingen van keurmeesters kon voorzien. Er waren echter maar een paar postduivenliefhebbers bij aangesloten, terwijl de keurlonen die zij moesten vragen voor hun diensten zo abnormaal hoog waren, dat kleine bonden of verenigingen hun toevlucht moesten zoeken bij gekende postduivenhouders die zich het keuren eigen hadden gemaakt. Dat op deze wijze bij deze keuringen de nodige verschillen in de beoordeling optraden, laat zich raden.
Om in deze ongewenste toestand verbetering te brengen besloot de Nederlandse Tentoonstellingsclub “De Postduif” een congres te beleggen met vooraanstaande liefhebbers uit het land. Dit congres werd gehouden op 23 november 1924 in Rotterdam. Geprobeerd werd om te komen tot het vormgeven van een standaardkeuring. Op dit congres werd een commissie benoemd die deze materie verder zou uitwerken. Na nog enkele vergaderingen van deze commissie werd op 15 augustus 1925 besloten tot de oprichting van de Groep van Keurmeesters. Een week daarna werd de eerste ledenvergadering gehouden. Er werd gestart met 18 leden. Het eerste bestuur bestond uit de leden C. van Riet (voorzitter), P.J. van Daalen (2e voorzitter), K.G. van Wolferen (secretaris/penningmeester), Ed le Compte (2e secr./penningm.) en C.P.J van der Meijden (alg. adjunct). Ook werd een examencommissie benoemd die op 19 november in Maassluis en op 18 december 1925 in Haarlem de eerste examens afnam.
Op dat moment waren de eerste aanvragen voor keuringen al binnengekomen bij de GVK en de eerste keuring die door leden van de groep werd verricht was die van een stedelijke tentoonstelling in Rotterdam, georganiseerd door de p.v. De Snelpost.
Het aantal keuringen dat in het eerste jaar werd verzorgd door de GVK was maar liefst 120, waarvan er 53 in Rotterdam werden verricht.
Mannen van het eerste uur waren onder andere C.A. Bol, A.C. van Iersel, C.P.J. Boer, Bloys van Treslong en G.A. van de Meer. In 1926 bleek het ledental met 12 te zijn vermeerderd en deze stijging is regelmatig doorgegaan. In 1937 was het ledental gegroeid tot 65. Bij deze leden bevinden zich A.C. Beguin en C.T. de Zeeuw die jarenlang belangrijk zijn geweest in de organisatie van de GVK. De laatste vergadering voor de Tweede Wereldoorlog werd gehouden op 19 november 1939. Na de oorlog werd de eerste vergadering weer gehouden op 13 juli 1946. De Eerste Nederlandse Groep van Keurmeesters, in de wandelgangen beter bekend als GVK, groeide uit tot een belangrijke organisatie in de moderne duivensport waarbij op het hoogtepunt in de jaren zestig en zeventig meer dan 170 keurmeesters in den lande actief waren in het winterseizoen. Ook bij de organisatie van de Olympiades en nationale manifestaties waren leden van de GVK actief. Dit resulteerde een aantal jaren geleden in het feit dat de GVK onder auspiciën van de NPO werd erkend als enige organisatie in Nederland die keuringen van postduiven mocht verzorgen. Sinds die tijd mogen dus geen keuringen tijdens tentoonstellingen meer worden verricht door niet -leden van de GVK.
Anno 2012 zijn ongeveer 100 keurmeesters gediplomeerd voor het uitvoeren van keuringen en actief bezig met het verzorgen van keuringen tijdens tentoonstellingen. Jaarlijks wordt meer dan zeshonderd keer een beroep op een keurmeester gedaan. Daarnaast verzorgen een aantal van hen tafelkeuringen en nemen deel aan forums en voorlichtingsbijeenkomsten.
Negen leden van de GVK zijn wel gediplomeerd, maar momenteel om uiteenlopende redenen niet actief bij het verzorgen van keuringen.